Een woord kan meer betekenissen hebben.

Het is voor kinderen vervelend dat één woord verschillende betekenissen kan hebben. Bijvoorbeeld blad: je hebt papier of een blaadje aan een boom. Wanneer dit woord tijdens een dictee opgeschreven moet worden, heeft je beelddenker eerst alle mogelijkheden overwogen voor hij dit woord kan noteren... en dat kost tijd!

Niet alleen tijd maar ook een hele hoop concentratie omdat ... terwijl je kind zoekt naar het juiste beeld, komt het gemiddeld 32 ander beelden tegen per seconde. Er moet dus heel wat gefilterd worden!

Het voordeel van de vele beelden is dat beelddenkers héél vlot linken kunnen leggen en dat er soms wel eens gezegd wordt dat ze van de hak op de tak springen.

Altijd omzetten, vertalen dus.

Bij het lezen van een woord moet een beelddenker dat vertalen in een foto of een beeld. Wanneer hij schrijft moet hij deze beelden (een geschreven woord is ook een beeld) weer vertalen in een woord. Dat dit constante omschakelen veel energie en tijd kost, spreekt voor zich. Dit is dan ook de reden waarom deze kids wel eens achterop raken met hun werk op school of thuis.

Een opeenstapeling van taken en het steeds weer achterlopen, werkt niet echt motiverend.

Informatie en leerstof terug vinden.

Het zou dus fijn zijn als deze 'vertalingen' vlotter kunnen gebeuren én dat jouw beelddenker zijn 'beelden/filmpjes' of informatie ook weer snel weet terug te vinden. We leren hoe je beelddenker zich beter kan focussen door het hoofd op te ruimen en wat je kan doen als je hoofd te vol is.
Dit leren we tijdens een sessie, waar u als ouder ook aanwezig bent.

Het is de bedoeling dat u uw  kind zo snel mogelijk weet te begeleiden, zodat jullie zonder coach weer verder kunnen.

Hoogbegaafd en beelddenker.

Net als Einstein zijn veel beelddenkers (hoog)begaafd. Grote denkers zijn vaak beelddenkers omdat zij beschikken over een sterke rechterhersenhelft die gekoppeld is aan een sterk analytisch vermogen in de linker hersenhelft. Maar die linker hersenhelft ontwikkelt zich wat later. Daarom komt het dat de grote denkers laatbloeiers waren op school. :-)

Ik volgde de specialisatie tot beelddenkcoach bij Sandra Kleipas in 2012. 

Ondertussen mocht ik al heel wat kinderen helpen om te leren 'vertalen' wat de leerkracht zegt naar iets wat voor hen duidelijk en 'leerbaar' is. 

Na 5 sessies (waar je als ouder bij aanwezig bent) zie je al heel wat verschil en vooruitgang!

1. Speelt je kind graag met speelgoed waarmee gebouwd kan worden? (vb lego, k'nex, blokken, ...)

2. Kan jouw kind zich dingen, gebeurtenissen die het gezien of ervaren heeft, nog jarenlang tot in detail herinneren?

3. Heeft jouw kind een goed gevoel voor richting? Kan het goed de weg herkennen of vinden?

4. Gaat jouw kind helemaal op in televisie en/of speelt het graag (en geconcentreerd) met de computer?

5. Haalt jouw kind apparaten uit elkaar? En zet het ze ook weer in elkaar?

6. Heeft jouw kind een levendige fantasie?

7. Wordt jouw kind gemakkelijk afgeleid?

8. Kan je kind makkelijk meervoudige instructies uitvoeren? vb Poets je tanden, kam je haren en doe je schoenen aan, we moeten vertrekken!

9. Vindt jouw kind het leuk om te tellen?

10. Vindt jouw kind het niet fijn om te puzzelen?

11. Kan jouw kind niet goed stilzitten of wiebelt het veel?

12. Doet jouw kind eerst iets, voor het denkt?

13. Is jouw kind perfectionistisch, wil hij niet falen en is het gevoelig voor kritiek?

14. Denkt jouw kind erg zwart/wit?

15. Is je kind muzikaal?

16. Wint jouw kind graag en is het een slechte verliezer?

17. Heeft jouw kind problemen met het vasthouden van een pen of heeft het een moeilijk leesbaar handschrift?

18. Heeft jouw kind veel gevoel voor humor? (woordspelingen ed)

19. Heeft jouw kind moeite met naadjes van de sokken of de etiketten van kledij?

Als je 10 van de bovenstaande vragen met JA beantwoord kunnen worden, is de kans groot dat jouw kind een beelddenker is.